Op valreep van haar vertrek maakte een vrouw dit nieuwe kruis voor in de kerk. De takken komen uit de buitenplaats van het klooster. De dennenappeltjes vertegenwoordigen alle gedetineerden die hun kruis moedig dragen maar zich ook wel eens aan het kruis genageld voelen. Aan het kruis hangen ook de 5 kraaltjes van de rozenkrans: Een rode voor de liefde, een groene voor de natuur, blauw voor de lucht, paars voor het verdriet en geel voor het licht.